Met 5 vriendinnen gaan we vanuit Boekelo een dagje naar de zesde vriendin in Zeist. Het wordt een heerlijke dag die, tenminste zo verwacht ik, eigenlijk alleen maar verstoord kan worden door het wedstrijd-element in de expositie die we gaan bezoeken: ‘Het Portret’ in slot Zeist.
De Nederlandse Portretprijs. Wéér wordt er ergens een wedstrijd van gemaakt. Het valt me de laatste tijd vaker op: het lijkt wel of we tegenwoordig overal een wedstrijdje van maken. Alsof het leven een wedstrijd is, alsof het in het leven gaat om winnen en verliezen. Was niet ooit de Olympische gedachte: meedoen is belangrijker dan winnen? Zelfs bij de Olympische Spelen draait het tegenwoordig om het aantal medailles dat de Nederlandse equipe mee naar huis brengt. Waarom? Ik besluit er vandaag gewoon lekker niet aan mee te doen, aan die wedstrijd. Er is namelijk een publieksprijs te vergeven en daarvoor mag je als publiek dus een formulier invullen. Nou dat ga ik dus lekker niet doen. Kunst is toch geen wedstrijd. Kunst is al moeilijk objectief te beoordelen, laat staan te plaatsen in een rij van goed, beter, best. Kunst is bedoeld om te verwonderen, om te schuren of om van te genieten. Maar niet om mee te winnen.
Gelukkig beginnen we niet met de expositie maar met heerlijke koffie met lekkers van de plaatselijke banketbakker, gewoon in de prachtige geurende, kleurende achtertuin. Het is altijd fijn elkaar te zien en met elkaar van gedachten te wisselen. Over de grote maar vooral ook kleine dingen van het leven. En dat duurt voort terwijl we langzaam over de slotlaan richting het slot wandelen. Zelfs wanneer we al op de expositie zijn gaat ons gekletst gewoon door. Uiteindelijk komen we zelf tot het besef dat het misschien goed is om nu even te stoppen met bijpraten en te focussen op de geweldige portretten die we hier zien. Het is echt genieten. Wat een kwaliteit en vooral ook wat een diversiteit. En ondanks het feit dat ik niet zo van de wedstrijden ben en van plan was om het formulier echt niet in te vullen, doe ik het toch!
Want voor mij is er één portret dat er echt uitspringt. Van een dame op leeftijd die leest op een iPad. Naast de iPad staat een kopje koffie op tafel. Het dunne grijze haar van de dame is niet netjes gekapt. Het staat alle kanten op waardoor ik het gevoel krijg dat zij net uit bed is en dit haar ochtendritueel is. In haar broze hand houdt ze een loep vast om goed te kunnen lezen. Grappig denk ik, het voordeel van een iPad is toch onder andere dat je de letters zo groot kunt maken als je zelf wilt. Misschien weet de dame dit niet. Misschien wil de dame dit niet. Misschien komen de dame en de iPad niet helemaal uit dezelfde tijd. Achter haar tikt de klok aan de muur de tijd weg en onder haar zoekt de verf een eigen weg. Het portret is aan de onderzijde namelijk niet afgemaakt waardoor het zo haar eigen weg gaat door de tijd. Eigenlijk voelt het daardoor ook helemaal niet als een portret van een dame maar meer als een portret van iets groters, van de tijdsgeest waarin we nu leven. Als ik op het kaartje naast het schilderij kijk zie ik dat het gemaakt is door Susan Schuttelaar. De titel is ‘Tijd’.
Van mij mag ‘de Tijd’ de publieksprijs krijgen.
Op het bordes van het paleis nemen wij ook nog even de tijd.
Gewoon om na te genieten van een dag die niet verstoord is.