Als ik vanuit de binnenstad over de Haaksbergerstraat naar huis rijd is het rond tien uur ‘s avonds. Ik heb samen met een lieve vriendin een heerlijke avond gehad bij the Grant in Enschede. Aan de bar drinken we eerst een cocktail. We krijgen er een schaaltje gerookte amandelen bij. Voorbeeld van klein geluk. De gastheer heeft voor ons een tafeltje bij de open keuken gereserveerd. Prachtig hoor, maar ook wel weer jammer want we hebben elkaar te lang niet gezien om veel aandacht te hebben voor de bijzondere dingen die er in de keuken gebeuren. Uiteraard genieten we wel van het resultaat van al die keukenwerkzaamheden: het is meer dan lekker. We hebben veel bij te praten. We delen onze actuele levens en toekomstige plannen en dat geeft veel energie. Ik rijd dus in opperbeste stemming terug naar huis en zie rechts van mij een raam waarvan ik denk: perfect voor mijn nieuwe project! Terwijl ik het denk rij ik gewoon door. Beetje laf, beetje lui. Na een paar honderd meter draai ik toch om. Waarom? Omdat ik van mezelf vind dat dat moet. Ik rij terug en zie dat er inmiddels precies voor het raam een parkeerplek vrij is. Ik draai mijn autootje er op en stap uit. Met mijn mobiel maak ik een foto. Precies op dat moment verschijnt het hondje in beeld: het tweede voorbeeld van klein geluk deze avond.
Dit biedt perspectief voor mijn nieuwe project want ik realiseer me: klein geluk zit overal, en ik kan het soms nog vangen ook, zolang ik maar niet laf en lui ben!