Vandaag heb ik een afspraak met mijn mondhygiëniste Marloes. Ik gebruik mijn ochtendwandeling om naar haar toe te gaan en neem daarvoor graag de tijd. Onderweg wandel ik ook even het voedselbosje van Yvon binnen. Een prachtige plek, aangelegd in 2021 en nu al vol met bomen, struiken en planten waaronder een hele rij struiken met grote dikke rode frambozen: zal ik er eentje proeven? Fijn om hier even te zijn. Toch wandel ik door, voorbij het klaphekje, over het zandpad richting de tennisbaan waar ik schuin naast het honden-uitlaat-veldje een bankje zie staan.
Ik heb nog wel even de tijd dus besluit ik op het bankje te gaan zitten. Wanneer ik dat wil gaan doen, komt er iets verderop een man aan gelopen met een witte labradoodle. En dan gebeurt het. Ik maak me weer eens druk, ga dingen invullen en doe aannames. Ik weet dat dit een hele rare eigenschap van mij is, waar ik ook best graag van af wil, maar voorlopig heb ik hem nog. Dus denk ik: “laat ik nu maar niet gaan zitten want wat moet die man dan wel niet van mij denken”. Zeker nu ik het opschrijf realiseer ik me des te meer dat het echt een rare eigenschap is, immers waar maak ik me allemaal druk om, maar dat nu even terzijde. Ik ben bij het bankje en kijk naar het plaatje dat er opgeschroefd zit. Daarna ga ik, ondanks al mijn gekke aannames, toch maar even zitten. De man komt iets dichterbij, wij groeten elkaar op afstand en de hond rent enthousiast naar mij toe. Dan komt ook de man dichterbij en zegt: ‘dit is haar bankje’.
Hij vertelt zijn verhaal, dat van zijn hond en zijn overleden echtgenote. Zij wandelde hier veel met hun hond en dit leek haar zo’n fijne plek voor een bankje. Om even uit te rusten. Om even te genieten van deze fijne plek. Het is haar niet meer gegund.
Gelukkig ben ik, ondanks die gekke stemmetjes in mijn hoofd, wel even gaan zitten. Zo hebben de man en ik een mooi gesprek terwijl zijn hond heerlijk rondom het bankje rommelt. Wanneer man en hond weer verder wandelen, zijn mijn stemmetjes trouwens direct weer terug: “heb ik wel goed gereageerd naar de man”, “heb ik wel de juiste vragen gesteld”, “had ik niet beter…..”
Nee!
Ik had niets anders hoeven doen, hier op het bankje van Alice.


